Pianist Alexander Chater speelt twee van de grootste piano componisten van de 19e eeuw: Frederic Chopin en Franz Liszt.
In de Nocturnes van Chopin reizen we terug in de tijd naar de salons van Parijs waar alle adellijke mensen samen komen om muziek, kunst en de nieuwste roddels en schandalen te bespreken. Chopin was als pianist niet vaak op het podium te vinden- hij was liever aan het componeren- maar als hij voor publiek speelde, was het in de salons. Zijn Nocturnes zijn dan ook bijna allemaal toegewijd aan verschillende "Madames" en "Mademoiselles" in deze kringen. We horen in deze muziek zijn meest lyrische en zangerige kwaliteiten naar boven komen. De linkerhand schildert een klankwereld en de rechterhand zingt een melodie in de stilte van de nacht. Intimiteit is dan ook inherent aan deze componist.
De tegenpool van Chopin is Franz Liszt, al hadden de twee mannen grote waardering voor elkaars werk. Liszt staat vaak bekend van zijn bombastische en virtuoze werken maar hij had veel kanten. In zijn religieuze muziek zit een grandiositeit die niet oppervlakkig is, het is hele serieuze muziek. Hij was altijd zeer betrokken bij de Katholieke kerk waarbij de Franciscanen in het bijzonder. Op jonge leeftijd heeft hij zelfs overwogen om zijn muziek carrière op te geven en priester te worden. Naarmate hij ouder werd is hij steeds meer terug gekomen op deze passie en hij heeft tal van religieuze stukken geschreven voor verschillende bezettingen. In de 2 legendes horen we eerst het verhaal van sint Franciscus van Assissi die aan de vogels predikte waarna we sint Franciscus van Paola horen lopen over het water. Deze twee verhalen zijn prachtig in klank uitgebeeld door Liszt.
Piano: Alexander Chater